Wanneer tanden (of grotere delen van een tand) verloren gaan begint men te denken aan vervanging van een of meerdere elementen. Als alle kiezen verdwenen zijn dan spreekt men van een verkorte tandboog. Dit is perfect leefbaar voor de patiënt en moet in het voorgestelde behandelplan steeds als een van de mogelijkheden beschouwd worden.
Maar indien het gemis aan tanden, of dit nu omwille van esthetische, fonetische of funtionele redenen zo is, een probleem vormt voor de patiënt, dan kan gedacht worden aan prothetisch herstel. Dankzij moderne prothetische oplossingen ziet u haast geen verschil tussen uw eigen tanden en valse tanden of kunstgebit. Voor het grootste deel wordt de kauwfunctie hersteld, kan men terug fatsoenlijk praten en schaamteloos glimlachen.
Weet wel dat de gekozen oplossing mede de mate van herstel bepaalt zoals hieronder blijkt.
Men onderscheidt 2 grote groepen prothetische voorzieningen: de uitneembare en de niet uitneembare prothesen. (Met al of niet uitneembaar bedoelen we dat dit zo is vanuit het standpunt van de patiënt. Zo kan er bijvoorbeeld een werk geplaatst worden dat door de patiënt niet uit te nemen is maar wel door de tandarts. Voorbeeld hiervan is een verschroefde brug op implantaten, zie verder)
Wanneer een aantal elementen of de gehele dentitie ontbreken kunnen deze vervangen worden door een uitneembaar gebit. Dit is een gedeeltelijke (partiële) prothese (kunstgebit) ofwel een volledige prothese (een volledig kustgebit).
Er zijn geen tanden meer: De volledige prothese bestaat uit een tandvleeskleurige kunstharsplaat waarin de kunsttanden bevestigd zijn. Deze plaat rust op de kaakkam en het verhemelte in de bovenkaak en enkel op de kaakkam in de onderkaak. Zowel de boven- als de onderkaakprothese wordt zo goed mogelijk zuigend gemaakt en dit lukt het beste als er nog voldoende hoogte van die kam aanwezig is. Gewoonlijk lukt dit beter in de bovenkaak als in de onderkaak, waar de krimp van de kam precies sneller gaat en jaar in jaar uit verder schrijdt.
Er zijn nog enkele tanden : De partiële prothese is ook een plaatprothese maar vervangt alleen die delen in de mond die verloren zijn gegaan. Deze is gewoonlijk kleiner dan een volledig gebit en wordt beter aanvaard omdat men nog enkele eigen tanden heeft.
Een frameprothese wordt gegoten uit een metalen legering (ook wel een skeletprothese genoemd) die minder op de slijmvliezen en meer op de eigen overgebleven tanden rust. Op deze metalen basis worden de ontbrekende tanden dan geperst in een kunstharszadel.
Relining: toevoeging van kunsthars aan de binnenzijde van de prothese
Rebasing: de gehele kunststofbasis wordt vervangen en aangevuld
Remounting: de tanden van de prothese worden vervangen